Bron : PZC 6 juli 2008 (n.a.v. Zevendorpentocht)
Deelnemers aan de vijftig kilometer van de
Zevendorpentocht over het eiland Tholen, rekenen er inmiddels al op.
Bijna halverwege, op zo'n 21 kilometer vanaf de start in Oud-Vossemeer
staan de drie mannen daar als een rustpunt te wachten om de honderden
wandelaars van een dampend bekertje hete drinkbouillon te voorzien. 'De
soepmannen' heten ze, onder de wandelaars. De
Zevendorpentocht wordt dit jaar voor de twintigste keer gelopen, maar
Gerrit Gast (66) en Rien (54) en Marco (30) Goedegebure vierden op de
Derde Dijk tussen Stavenisse en Sint-Maartensdijk zaterdag hun eigen
jubileum. "We staan hier nu alweer voor het tiende jaar", zegt Marco
Goedegebure, terwijl hij bekertjes uitdeelt aan de wandelaars die zijn
kraampje voorbij komen.
Sommigen
lopen direct door en laten het 'soepje' onderweg naar binnen glijden,
anderen grijpen de kans aan om even halt te houden. "Hey, daar heb je
de soepmannen weer!", roept een wandelaarster en pakt dankbaar een
bekertje van de tafel en vervolgt haar weg. "Goed voor het aanvullen
van zout in je lichaam", voegt ze er aan toe.
Gerrit Gast vult rap de slinkende voorraad bekertjes bij. Met een
kannetje schept hij de bouillon uit de grote pannen, die op
campinggasstelletjes wordt warm gehouden.
Op het bankje puft
Peter Baas (45) uit Rotterdam even uit. "Dit is mijn favoriete tocht",
meldt hij. Baas oefent, evenals de meeste deelnemers aan de 50
kilometer van de Zevendorpentocht, voor de Vierdaagse van Nijmegen, die
over ruim een week begint. Baas loopt liever een georganiseerde
wandeltocht dan dat hij in zijn eentje een parcours uitzet. "Het is
makkelijker. Je hoeft je niet op plattegronden te concentreren en
onderweg is overal hulpverlening aanwezig. Negen van de tien keer kom
ik mensen tegen die zich ook voorbereiden op de Vierdaagse. In de
natuur is het beter trainen dan in de steden. In het begin train je nog
op afstanden van 25 à 30 kilometer en blijf je dicht bij huis, maar
naarmate de Vierdaagse dichterbij komt, worden de afstanden langer en
moet je wel verder reizen."
"Ik ben de kok", meldt Rien
Goedegebure, de vader van Marco, glunderend boven de soeppan. "We zijn
ooit eens gevraagd door de organisatie, of we hier als vrijwilligers
wilden komen staan. En we zijn gebleven. De meeste wandelaars kennen
ons dan ook al wel. En van de andere kant zien wij ook vaak bekende
gezichten."
Van sommige bekende gezichten kennen ze ook een
beetje het verhaal. Zoals het 'oude besje' uit Ekeren (B). "Die man is
inmiddels in de tachtig en loopt al jaren mee. Op de fiets komt hij van
België naar Oud-Vossemeer gereden, daar verschijnt hij aan de start,
wandelt de ronde van vijftig kilometer over Sint Annaland, Stavenisse,
Sint-Maartensdijk, Scherpenisse, Tholen en Oud-Vossemeer, en fietst dan
terug naar huis. Dat werd een beetje te gek, dit jaar hebben we hem
maar van thuis opgehaald", zegt Gast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten