Bron : Gelderlander (15-09-2007)
De Nijmeegse Wandelvierdaagse lijkt bij een temperatuur van maximaal 27 graden geen extra gevaar voor oververhitting op te leveren. Bij de afgelopen Vierdaagse raakte niemand van de 65 onderzochte deelnemers oververhit.
De temperaturen varieerden van 11 graden ’s ochtends tot maximaal 27,3 graden ’s middags.
Een en ander blijkt uit onderzoek van hoogleraar inspanningsfysiologie Maria Hopman van UMC St Radboud. Een tweede conclusie: of iemand veel of weinig drinkt, zegt weinig over de kans op oververhitting. De behoefte aan vocht is sterk individueel bepaald.
Hopman liet tijdens de afgelopen Vierdaagse 65 wandelaars van gemiddeld 54 jaar een chip, de zogeheten ‘Vierdaagsepil’, slikken, die temperatuur en vochthuishouding van het lichaam registreerde. Aanleiding voor het onderzoek was de Vierdaagse van 2006. Toen overleden bij extreme hitte twee deelnemers en werden tientallen wandelaars onwel. Het vermoeden is dat hun lichaamstemperatuur te hoog was opgelopen.
Daarvan was geen sprake bij de 65 wandelaars die dit jaar meeliepen en die om de 5 kilometer door studenten en medewerkers van Hopman werden gecontroleerd. Geen van hen bereikte een lichaamstemperatuur boven de 39 graden. Pas boven de 39 graden beginnen mensen die zich inspannen hitteklachten te krijgen. Echte problemen zijn er bij 40 graden. Bij 42 graden overlijdt iemand.
Een andere uitkomst is dat de hoeveelheid vocht die de deelnemers tot zich namen, sterk varieerde: van minder dan 1 liter tot meer dan 7 liter tijdens een wandeling tussen de 8 en 12 uur. Opvallend is dat er lopers zijn die meer dan 7 liter drinken en toch niet aankomen in gewicht, net zo min als degenen die maar 2 liter dronken. Hopman: "Met andere woorden: de hoeveelheid vocht die genuttigd dient te worden tijdens het lopen, is sterk individueel bepaald."
Het onderzoek bracht verder aan het licht dat Vierdaagselopers gemiddeld zo’n 400 kilometer trainen voor het wandelevenement. Van de deelnemers voldoet 92 procent aan de norm ‘gezond bewegen’. Een wandelaar zet tijdens een Vierdaagsedag gemiddeld 55.000 stappen, tien keer meer dan op een normale dag. Een meerderheid van de lopers ervaart de tweede wandeldag (Wijchen/Beuningen) als zwaarste. Dat is een bevestiging van wat het wandellegioen al wel wist.
De meetgegevens worden in een databank opgeslagen. Aangevuld met onderzoeksresultaten van volgende Vierdaagsen, kan de databank helpen bij het nemen van maatregelen bij bijzondere weersomstandigheden tijdens het wandelevenement.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten