Gelderlander
De zweeftocht door het uitzinnige publiek, dat uit alle delen van het land gladiolen over onze helden komt uitstorten, doet je bijna vergeten dat de mars lang voor deze laatste kilometers door het groenste stukje van de vier dagen durende wandeltocht gaat.
Het bosrijke gebied van de Overasseltse en Hatertse Vennen heeft mooie lange lanen. Het bladerdak van het grote aantal bomen biedt de wandelaar wat verkoeling op een warme dag en werkt als een paraplu als het, zoals verwacht vrijdag, hoost. De Vennen zelf kom je op deze dag nauwelijks tegen. Je zou je kapot lopen op de zandpaden van het populaire wandelgebied.
De 30-kilometerlopers gaan na Overasselt een prachtig stukje coulisselandschap in. Kleine boerderijen en weilanden met plukjes bos. Het buitenleven. Op feestgebied zal er weinig te beleven zijn, maar daar komt ieder op het einde van de rit genoeg van aan zijn trekken. De koeien die hier duf staan te kijken, loeien niet voor de loper.
De andere wandelaars hebben minder geluk. Zij moeten eerst door het feestgedruis van Grave en Cuijk voordat ze via Mook en Molenhoek de anderen weer ontmoeten in Malden. Vanaf daar gaat het volgens sommigen vanzelf. Gedragen door het publiek haak je dan toch echt niet meer af.
Wellicht blijft de herinnering aan het groenste stukje toch ook nog ergens in een achterhoofd hangen. Het mooie stukje Rijk van Nijmegen nodigt namelijk wel uit tot een frisse ochtendwandeling. Een andere keer, dat wel, want morgen gaan we eerst even uitrusten van wederom vier dagen flink afzien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten