Bron : www.goudenkruisdragers.nl
Op dinsdag 3 oktober 2006 zijn de onderzoeksrapporten over de oorzaak van de afgelasting van de 90e Vierdaagse openbaar geworden. De volledige tekst van de rapporten zijn te vinden op de websites van de Stichting De 4DAAGSE en van de gemeente Nijmegen. De Commissie Hermans heeft onafhankelijk onderzoek gedaan naar het functioneren van de Vierdaagseleiding. In de commissie zaten verschillende deskundigen, waaronder ook een lid van onze vereniging. Het rapport heeft als titel ‘Dat kleine stukje dijk’. Daarmee wilde de commissie tot uitdrukking brengen dat de Vierdaagse 89 jaren goed is verlopen; dat de 90e editie 49 kilometer lang goed was gegaan en ruim 42.000 mensen, moe, misschien zelfs uitgeput, maar wel voldaan de eerste dag hadden voltooid.
Commissie-voorzitter Hermans riep de pers op te stoppen met het maar steeds uitvergoten van de gebeurtenissen op de Oosterhoutsedijk en ook oog te hebben voor de vele verbeteringen die de organisatie de laatste jaren heeft doorgevoerd. Bovendien is juist met het instellen van deze ‘zware’ commissie blijk gegeven van de gretigheid om lessen te trekken voor de toekomst. “Want’, zo verwoordde voorzitter Wim Jansen het gevoelen van het bestuur, “dit mag nooit meer gebeuren.” In de tweede helft van de middag van die 18e juli ging het plotseling voor enkele tientallen lopers mis op een klein stukje parcours. Een wandelaar overleed.
Een tweede rapport betreft een evaluatieonderzoek naar het functioneren van de gemeentelijke hulpdiensten. De conclusie ten aanzien van het optreden van de Vierdaagseleiding is dat de besluiten op maandag 17 en dinsdag 18 juli 2006 zorgvuldig zijn genomen. In dit opzicht treft de Vierdaagseleiding geen blaam. Dit neemt niet weg dat de Commissie Hermans aanbevelingen heeft gedaan om bijvoorbeeld bij extreme weersituaties de bestaande draaiboeken (verder) te verbeteren. Aanbevolen wordt een meteoroloog in de organisatie op te nemen, voor betere crisiscommunicatie te zorgen en de beschikbare informatie directer met de individuele wandelaar te communiceren.
Hardere noten worden gekraakt in het gemeentelijke onderzoek. De situatie op de Oosterhoutsedijk is lang onoverzichtelijk geweest, waardoor de hulpverlening te laat op gang is gekomen. De verantwoordelijke organisatie, de GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) was kwalitatief en kwantitief niet in staat de coordinerende rol te vervullen. In tegenstelling tot de Vierdaagseleiding, beschikten de hulpdiensten niet over een draaiboek voor extreem warm weer. De Vierdaagseleiding werd pas om 16.11 uur (vijf kwartier te laat) op de hoogte gebracht en kon toen nauwelijks meer reageren.
In de verbijstering en de teleurstelling direct na de afgelasting zijn in de media en in de locale politiek twijfels geuit over de ‘deskundigheid’ van de ‘amateur-Vierdaagsebestuurders’. De Vierdaagse zou eigenlijk beter door professionals geleid moeten worden. In het redactionele commentaar van dagblad ‘De Gelderlander’ van 4 oktober 2006 valt te lezen dat die stelling (veel) te lichtvaardig is gebleken. De besluitvorming van het Vierdaagsebestuur is (achteraf) zorgvuldig gebleken, terwijl het juist de professionals zijn die (deels) faalden. Uiteindelijk is de hulpverlening toch goed op gang gekomen en had men de crisis betrekkelijk snel onder controle. Helaas was toen een wandelaar al overleden en zijn ongeveer veertig mensen (waaronder ook toeschouwers) naar een ziekenhuis afgevoerd.
Hoe kwam het nou dat het op ‘dat kleine stukje dijk’ ineens zo mis ging? De Commissie Hermans denkt dat het een combinatie is geweest van een aantal factoren. Natuurlijk het zeer warme weer. Maar, ook al is daarover in de pers veel te doen geweest, het heeft niet alleen aan de weersomstandigheden gelegen. De Commissie Hermans heeft vastgesteld dat de wandelaars die in de problemen zijn gekomen, bijna allemaal 30 km-lopers waren, waarvan de conditie en de voorbereiding twijfels heeft opgeroepen. Maar ook daarop waren weer uitzonderingen, vandaar dat ook de psychologie heeft meegespeeld. Daarmee doelt de Commissie Hermans op het verschijnsel ‘zien flauwvallen, doet flauwvallen’, en op het feit dat veel eerstejaars op de dijk de spoorbrug lange tijd voor de verkeersbrug hebben aangezien (en dus dachten dat ze er bijna waren).
Ook denkt de Commissie Hermans dat het goed bedoelde en door velen als prettig ervaren natsproeien door de brandweer, bij een aantal mensen averechts heeft uitgepakt. Het natsproeien voelt een korte tijd heel plezierig aan, maar het koelende effect is snel over, waarna de hitte de wandelaar bijna ‘dubbel’ treft. De brandweer is op verzoek van de meldkamer met sproeien begonnen, ondanks dat tevoren in het medische overleg was afgesproken dit niet te doen. De Vierdaagseartsen vonden het effect te beperkt en waren bovendien bang voor blessures alsgevolg van natte kleding (schuurplekken) en natte schoenen (blaarvorming).
Opmerkelijk is ook dat veel wandelaars vonden dat ze niet toereikend over de weersomstandigheden waren geinformeerd en niet goed wisten wat ze nou precies moesten doen om problemen te voorkomen. Veel mensen liepen zonder hoofdbedekking en doordat bijna alle slachtoffers uitdrogingsverschijnselen hadden, moet het ervoor worden gehouden dat ze toch te weinig of te eenzijdig hadden gedronken. En dan ten slotte de dijk zelf. Bijna vier kilometer lang, geen schaduw en nauwelijks mogelijkheden om water te krijgen. Bij de presentatie van deze conclusies benadrukte oud-minister Loek Hermans dat het altijd in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de wandelaar zelf is om mee te doen, om zich goed voor te bereiden, om zelf het weerbericht te bekijken en uiteindelijk om te beslissen tot stoppen.
Toch heeft het Vierdaagsebestuur in een eerste reactie op het rapport een aantal maatregelen aangekondigd. Al direct na de afgelasting is besloten het team dat het bestuur adviseert over het weer en de wel of niet te nemen maatregelen, moet worden versterkt met een weerkundige. Ook wil het bestuur voor de informatie op het parcours na de laatste controle, niet meer van de overheid afhankelijk zijn. Er worden parcoursstewards aangesteld, die toezicht houden op lastige stukken van het parcours. Verder zal het bestuur lichtkranten gaan inzetten om de wandelaars up-to-date te informeren, en een systeem ontwikkelen om de wandelaar via de mobiele telefoon (sms-bom) te informeren. Het bestaande ‘hittedraaiboek’ wordt aangepast aan (andere) weersextremiteiten. Mocht het bijvoorbeeld noodzakelijk zijn tot inkorting van de afstanden over te gaan, dan zal in de toekomst ook het 30 km-parcours worden ingekort in combinatie met een vervroegde start. Er komen meer ‘verfrissingspunten’ in aanvulling op de bestaande voorzieningen. Ook het parcours van de tweede dag zal nog eens goed worden nagelopen op risicovolle stukken.
Op de vraag of ‘de dijk’ op de eerste dag uit het parcours wordt gehaald, is nog geen antwoord. Wel is aangegeven dat de ontwikkeling van Nijmegen-Noord (de zogenaamde ‘Waalsprong’) zover is gevorderd, dat voor het eerst alternatieven beschikbaar zijn. Verdere maatregelen zullen in een later stadium worden bekend gemaakt, zodra alle aanbevelingen uit de onderzoeksrapporten zijn bestudeerd. Tot slot benadrukte de Vierdaagseleiding dat de Vierdaagse een wandelprestatietocht is en moet blijven. Met andere woorden: het welzijn van de wandelaar staat voorop, maar van hem of haar wordt wel een stevige prestatie verwacht. En niemand anders dan de wandelaar zelf kan beoordelen of hij of zij zich daartoe in staat acht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten