woensdag 7 juni 2017

Evaluatie Vierdaagse afgerond

Bron : http://www.nijmegen.nl 
Tijdens de Vierdaagseweek moet de kernbezetting van de operationele rampenstaf permanent paraat staan. Dat adviseert de evaluatiecommissie die naar het functioneren van de gemeente en de onder bevel van de burgemeester opererende hulporganisaties heeft gekeken.
Tijdens de eerste wandeldag van de 90e Vierdaagse zijn enkele honderden mensen onwel geworden. Twee deelnemers zijn die dag overleden. De gebeurtenissen van die 18e juli en de weersvooruitzichten voor de volgende wandeldagen noopten de organisatie van de wandelmarsen, de Stichting Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen, om deze af te gelasten. Het was volgens de organisatie, maar ook volgens de burgemeester en de leden van de rampenstaf die inmiddels bijeen was gekomen, onverantwoord de marsen gewoon doorgang te laten vinden.
De dag na dit besluit heeft burgemeester Ter Horst van Nijmegen de gemeentesecretaris de opdracht gegeven de gebeurtenissen van die dag en alles wat daar mee te maken heeft, goed te onderzoeken. De evaluatiecommissie is kritisch gevolgd door een externe toetsingscommissie met deskundigen op het terrein van rampenbestrijding en hulpverlening.
Volgens het toetsteam zijn de rapporteurs op overtuigende wijze tot de conclusie gekomen dat het optreden van de gemeente en de hulpdiensten ‘het aantal slachtoffers niet heeft vergroot en de positie van slachtoffers niet nadelig heeft beïnvloed’.
Uit het rapport blijkt dat de gemeente en hulpverleningsorganisaties ook goed hebben samengewerkt. Het heeft wel enkele uren geduurd voordat de hulpdiensten en autoriteiten een goed totaaloverzicht van de situatie hadden.
 
Ook schetst het rapport de gemeente en hulpdiensten als organisaties die jaarlijks kritisch terugblikken, daar lessen uit trekken en op nieuwe ontwikkelingen anticiperen, om het evenement zo goed mogelijk te laten verlopen. De kritische kanttekeningen en aanbevelingen van dit evaluatierapport passen daarmee in een reeds gevestigde traditie.
De belangrijkste conclusies van de evaluatiecommissie zijn:
  •  De opschaling heeft lang op zich laten wachten. Het duurde een aantal uren voordat hulpdiensten en autoriteiten een goed totaalbeeld van de gebeurtenissen hadden.
  • De hulpdiensten en de gemeente hebben zich volgens de onderzoekscommissie intensief voorbereid. Daarbij lag de focus echter vooral op Nijmegen. Met de andere doorkomstgemeenten is aanzienlijk minder geregeld. Er is geen ‘warm weer scenario’ uitgewerkt.
  • De Geneeskundige Hulp bij Ongevallen Rampen (GHOR) was aanwezig bij de vergadering op de maandag voorafgaand aan de eerste marsdag. Daar werd besloten dat de wandelmars onverkort en op het geplande tijdstip van start kon gaan. De GHOR had niet de kennis en expertise in huis om aan dit oordeel van de Stichting 4Daagse Wandelmarsen te twijfelen.
  • De GHOR heeft tijdens een ongeval of ramp de regie over alle geneeskundige hulpverlening. Die rol heeft de GHOR onvoldoende kunnen vervullen. Er is laat opgeschaald, er bestond lange tijd geen goed totaaloverzicht van de situatie en er was sprake van praktisch niet te combineren dubbelfuncties bij de GHOR.
  • Hoewel er regelmatig wordt geoefend, wordt er volgens de commissie te weinig multidisciplinair geoefend.
  • Tijdens de drukste uren van de gebeurtenissen kon niet iedereen direct vervoerd worden. Dit werd adequaat opgevangen door veel mensen ter plekke te behandelen. Dit heeft niet tot gezondheidsbedreigende situaties geleid.
  • De 112-centrale was tijdelijk overbelast. Dit is een landelijk probleem dat niet lokaal kan worden opgelost.
     
Op basis van het onderzoek komt de evaluatiecommissie tot een aantal aanbevelingen. De belangrijksten daarvan zijn:
  • Verhoog de waakzaamheid van de gemeente en hulpdiensten tijdens het evenement. Doe dit door op voorhand te werken vanuit een zwaardere operationele structuur met een kernbezetting van een Regionaal Operationeel Team.
  • Versterk de meldkamer gericht op het verzamelen, integreren en verstrekken van informatie.
  • Er moet meer interregionale afstemming komen.
  • De hulpdiensten en doorkomstgemeenten moeten ‘extreem warm weer scenario’s’ uitwerken.
  • Probeer verder niet voor alle denkbare risico’s scenario’s uit te werken, maar train de diensten en personen die in de rampenorganisatie een rol hebben om het getoonde improvisatievermogen vast te houden en verder te verbeteren. Daarbij moet ook meer multidisciplinair worden geoefend.
  • De rol van de GHOR moet worden verduidelijkt. De positie van de GHOR moet worden versterkt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten