Toen mijn broer en ik in 1997 de Zevendorpentocht liepen, kwamen we voor het eerst Jos van Thillo tegen. We hebben een stukje met hem meegelopen en hij sprak de voor ons reeds legendarische woorden "Als jullie mijn tempo te langzaam vinden mogen jullie gerust doorlopen want ik wandel niet meer zo snel". Vervelend voor ons was dat wij hem met toch wel wat moeite konden bijhouden.
Vier december 2008 zag ik het volgende stuk over hem in BNDeStem staan dat ik graag op deze weblog plaats.
Er kan in West-Brabant geen georganiseerde wandeltocht worden gehouden of Jos van Thillo is van de partij.
Afgelopen zomer zag het er even naar uit dat de kleine Belg uit Ekeren
verstek zou moeten laten gaan bij de Zevendorpentocht op Tholen. "Ik
was verkouden; de tocht lopen zou me nog wel gelukt zijn, maar helemaal
op de fiets naar Oud-Vossemeer en daarna weer terug zag ik niet zitten.
Maar omdat ik daar altijd kom, vond ik het wel zo netjes om me af te
melden. Wat denkt u? Komt de voorzitter me zelf met zijn auto halen."
Is
Jos er al, of liever nog op z'n Bels 'is de Sjos er al' is een
gevleugelde uitdrukking onder deelnemers aan wandeltochten. Iedereen
kent het mannetje uit Ekeren. Het is de combinatie van factoren
waardoor Van Thillo zo'n graag geziene gast is. Hij is klein, Vlaams,
altijd opgeruimd, hij kan heel aanstekelijk vertellen en hij is
bovendien al tachtig jaar oud.
Gezien zijn leeftijd kan hij
gerust een wandelende reclame worden genoemd voor zijn sport. En dat
terwijl hij pas op zijn zestigste begon met wandelen. "Ik werd
aangestoken door Fons Oerlemans, de oceaanzeiler. Die zei, toen ik hem
vertelde dat ik vanwege een aangeboren astma zo kortademig ben, dat ik
moest gaan wandelen. Ik zeg: dat hou ik nog geen uur vol. Toch maar
proberen, zei Fons. En inderdaad, de eerste keer was ik na vijf
kilometer al bekaf, maar zes maanden later liep ik al mijn eerste
honderd kilometer."
Inmiddels staat de teller van officieel
geregistreerde wandelkilometers bij Van Thillo op bijna 80.000 of te
wel hij is al bijna twee keer de wereld rondgelopen.
Toen hij in 1997 de 40.000 kilometer volmaakte kreeg hij van zijn eigen wandelclub in Ekeren een gouden schoen.
Dat
zijn allemaal kilometers die hij maakt door deel te nemen aan officiële
wandeltochten in een straal rond dertig kilometer rond zijn woonplaats
Ekeren, dat zijn er zo'n honderd per jaar. Bijna elk weekeinde is hij
op pad. "Op zaterdag in Holland, op zondag in België."
En
altijd op de fiets er naar toe, zomer en winter, weer of geen weer,
want een auto heeft hij niet. Wel gehad, maar weggedaan na zijn
pensioen, kon niet meer lijden. "Pas zei iemand: 'ik zou wel willen
ruilen met jouw gezondheid'. Ik zeg: 'dat is goed jongen, dat is zo
geregeld. Begin maar met je auto weg te doen.' Maar dan haken de
meesten af. Toch heb ik de mijne nog geen dag gemist. Sinds ik geen
auto meer heb, heb ik nooit meer in de file gestaan en heb ik nooit
meer naar een parkeerplaatsje hoeven te zoeken."
Van Thillo
doet nog steeds aan de meeste wandeltochten in de regio mee, maar hij
loopt niet meer de langste afstanden. "Tochten van honderd kilometer,
zoals de nachtwandeling van Thor uit Roosendaal, kan ik niet meer. Ik
beperk me nu tot tochten van 25 tot 30 kilometer. Maar zolang ik kan,
blijf ik het doen."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten