Twee doden, 54 ziekenhuisopnames en 250 onwel geworden wandelaars. Het trieste resultaat van de eerste wandeldag van de Vierdaagse 2006. De hulpdiensten zijn voor die van 2007 beter voorbereid.
"Het incident ontstond niet opeens, het ontwikkelde zich geleidelijk", aldus Mark de Laat. Op de bewuste dag was hij Officier van Dienst van de GHOR, de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen die bij calamiteiten de regie heeft.
"Het speelde zich bovendien over een groot gebied af en iedere hulpdienst dacht zelf de meldingen die hij binnenkreeg nog wel aan te kunnen."
Ze zagen te laat dat er een calamiteit aan het ontstaan was, vindt ook De Laat. Als medewerker van het veiligheidsbureau, waarin de verschillende hulpdiensten en gemeenten vertegenwoordigd zijn, zette hij daarom het afgelopen jaar de protocollen en verantwoordelijkheden strak neer. "We hebben nu een calamiteitencoördinator. Die verzamelt in de meldkamer de informatie, heeft overzicht en kan sneller ingrijpen."
Maar ook de regio’s - op de vierde dag gaat de route door drie provincies - moesten beter gaan samenwerken. "Elke burgemeester heeft zijn eigen bevoegdheid. We hebben afgesproken dat Gelderland-Zuid het voortouw neemt bij calamiteiten. De anderen vertrouwen op goede besluiten."
Ook vroeg de GHOR aan Stichting de Vierdaagse goed te monitoren op het parcours. Daarom rijden er dit jaar motoren mee en zijn er wandelaars die elke twee uur verslag uitbrengen. Daarnaast doen drie mobiele weerstations hun werk. Al die gegevens komen ook bij de meldkamer binnen.
Tijdens de mars toetst de GHOR of het team van deskundigen dat de stichting adviseert volgens de afgesproken procedures werkt. Is er een calamiteit, dan neemt de GHOR de coördinatie over. "Maar onder normale omstandigheden is de Vierdaagse-organisatie verantwoordelijk voor de geneeskundige hulpverlening van EHBO-ers, Rode Kruis en Defensie. Hun draaiboeken moeten daarom voor verschillende scenario’s op orde zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten