Bron : www.bndestem.nl (6 maart 2007)
Dinsdag 6 maart 2007 - ROOSENDAAL - De echte diehards op wandelgebied hebben het tweede weekend van maart al lang omcirkeld in hun agenda staan. Dan immers staat de nachtwandeling door West-Brabant op het programma. Het komend weekend wordt die monstertocht (ook wel aangeduid als de Parijs-Roubaix voor wandelaars) voor de vijftiende keer gehouden.
De start is 's middags om vier uur op het sportpark Vierhoeven in Roosendaal, de volgende ochtend tussen zeven en acht worden daar de eerste wandelaars terugverwacht. Die hebben er dan, al naar gelang de afstand die ze hebben gekozen, 100 of 110 kilometer opzitten.
Zo'n wandeling, waarbij je dan bovendien nog eens een hele nacht doorhaalt, is niet voor iedereen weggelegd, zegt Frans Sloekers, gewezen bakker uit Standdaarbuiten maar al heel wat jaren inwoner van Roosendaal en namens de atletiekvereniging Thor betrokken bij de organisatie van de nachtmars. "Je moet om te beginnen een goede conditie hebben, verder moet je getraind zijn, maar het belangrijkste is wel dat je de knop tussen je oren kunt omzetten."
De mensen die inschrijven zijn stuk voor stuk doorgewinterde wandelaars, die een paar keer per jaar een lange afstand lopen. Sloekers: "Ze kennen elkaar ook vrijwel allemaal en ze komen overal vandaan, uit het hele land en zelfs uit het buitenland. Traditiegetrouw hebben we ook nogal wat Belgische deelnemers. En weet je wat die doen als ze stuk zitten: die pakken een trappist. Sla ik zelf ook niet af, maar wel als ik nog moet presteren, maar Belgen hebben daar kennelijk geen last van."
Er worden zo'n 150 deelnemers verwacht, waarvan naar schatting de helft kiest voor de langste afstanden, de 100 of de 110 kilometer; de overigen lopen tachtig of vijftig kilometer. De start daarvan is in respectievelijk Zevenbergen en Steenbergen, zodanig dat de groepen aansluiten bij de deelnemers aan de langere afstanden.
's Ochtends vroeg worden ze dan allemaal in Bergen op Zoom verwacht, waar een ontbijt wordt geserveerd. Vandaar voert de tocht via Wouwse Plantage en Nispen terug naar Roosendaal. In Nispen en Wouwse Plantage worden de deelnemers tegemoet gelopen door lopers die 's ochtend vanuit Roosendaal zijn vertrokken voor een eigen tocht van respectievelijk 15 en 25 kilometer.
Tijdens de tocht zijn zo'n honderd man in touw om de wandelaars te verzorgen en te begeleiden. Dat zijn de mensen die de controleposten bemannen, die zorgen voor de broodmaaltijd in Zevenbergen en voor het ontbijt in Bergen op Zoom. En het zijn de mensen in de volgwagens, die tevens als bezemwagen fungeren.
Afhankelijk van het weer valt zo tussen de 5 en 8 procent uit, is de ervaring. "Maar als ze de zestig kilometer eenmaal gepasseerd zijn halen ze het bijna allemaal", weet Frans Sloekers.
Nee, hijzelf doet niet mee en heeft ook nooit meegedaan. "Ik wandel veel, ik loop ook weleens een tocht van veertig kilometer, maar honderd is mij te gortig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten