Bron : BNDeStem (12 maart 2008)
Dit weekeinde voerde ze een team aan van circa honderd vrijwilligers, dat het voor sportieve wandelaars mogelijk maakt afstanden tot 110 kilometer door het nachtelijke West-Brabantse land te lopen. De nachtmars is een sportief evenement met regionale uitstraling.
"Ik ben zestien jaar geleden, toen de eerste nachtmars werd gelopen, zijdelings bij de organisatie betrokken geweest. Ik was lid van wandelsportvereniging De Blaar in Steenbergen. Een jaar later zat ik in de commissie en vijf jaar geleden ben ik marsleider geworden. Ik heb de mars dus alweer voor de zesde keer als marsleider meegemaakt.
Maar heeft ze zelf weleens dergelijk afstanden gelopen? "Mijn maximum staat op veertig kilometer op één dag. Ik heb vooral in Nederland veel gewandeld. Maar ook in Zwitserland. Vijf jaar achter elkaar heb ik deelgenomen aan een tweedaags wandelevenement in Bern. Twee maal twintig kilometer. Maar wel met veel bergen. Echte kuitenbijters, dus."
Volgens de Steenbergse is ze marsleider van een evenement met start en finish in Roosendaal geworden omdat haar vereniging deel uitmaakt van de samenwerkende wandelsportverenigingen in de Zuidwesthoek. "Onze vereniging is een van die in totaal zeven verenigingen. Er wordt op verschillende plaatsen gestart, afhankelijk van de afstanden die de deelnemers lopen. Zelf ben ik aanspreekpunt voor de groep van vijftig kilometer, die vanuit Steenbergen vertrekt. Alle afstanden - 50, 80, 100 en 110 kilometer - hebben de finish in Roosendaal. Voor de 100 en 110 kilometer is Roosendaler Frans Sloekers van Thor aanspreekpunt, voor de tachtig kilometer - die start vanuit Zevenbergen - is dat André van Sprundel uit Klundert."
Het is een lange nacht, tijdens de Mars, maar Riet blijft altijd met gemak wakker. "Ik heb in de nacht van zaterdag op zondag bijna de hele nacht gereden. Zo'n 300 kilometer. We zetten vijf bussen in om de deelnemers en hun spullen te vervoeren. Ze komen allemaal naar de finishplaats Roosendaal. De lopers die 50 of 80 kilometer lopen, brengen we per bus naar hun vertrekpunt. De tassen vervoeren we, omdat de lopers tijdens de tocht nogal eens van kleding willen wisselen. Het is zondagmorgen om vijf uur gaan regenen, en dan trekken ze op zeker moment toch liever iets aan dat hen beter tegen de kou beschermt. Ook rijden EHBO'ers en een masseur mee langs de route. En we verzorgen de foeragering. De lopers krijgen genoeg te eten en te drinken, dat zit allemaal in het inschrijfgeld inbegrepen."
Volgens Riet waren de meeste lopers uiterst tevreden over de Mars en de begeleiding. "We krijgen weinig klachten. Het aantal deelnemers blijft groeien en staat nu op bijna tweehonderd. Er is een vaste club lopers, die is heel trouw. En er komt er elk jaar wel een groepje nieuwelingen bij. De deelnemers komen van heinde en verre. Er lopen aardig wat Belgen mee, en al enkele jaren drie heren uit het Sauerland. Die nodigen ons weer uit om bij hen mee te doen aan een nachtmars door de heuvels."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten